Lactose-intolerantie, een mooi woord voor galgje. Dat gezegd hebbende denk ik dat veel mensen die aandoening ook letterlijk aan de galg willen hangen. Op zekere hoogte is iedereen lactose-intolerant, maar sommige mensen kunnen het nog slechter verdragen. Wat is lactose nou eigenlijk en hoe kan het dat je er intolerant voor bent?
Lactose is een suiker dat in melkproducten voorkomt, daarom wordt het een melksuiker genoemd. Om lactose te kunnen afbreken en verteren heeft je lijf het enzym lactase nodig. Enzymen zijn eiwitten die nodig zijn om voedingsstoffen af te breken tot stoffen die we nodig hebben om te kunnen functioneren. Zo worden koolhydraten afgebroken tot glucose, eiwitten tot aminozuren en vetten tot vetzuur en glycerol.
Als er geen of niet voldoende lactase wordt aangemaakt, kan lactose in onze voeding niet goed verteerd worden. Lactose komt dan onverteerd in de dikke darm terecht. De bacteriën in de dikke darm zorgen dat de lactose gaat vergisten. Hierdoor kunnen klachten ontstaan, denk aan buikpijn, slappe ontlasting, winderigheid of een opgeblazen gevoel.
In de supermarkt kun je alleen gepasteuriseerde melk halen. Pasteuriseren is eigenlijk het verhitten van het product. Door het verhitten van zuivel worden er veel bacteriën verbrand.
Met dat verhittingsproces gaat ook de lactase verloren en zoals je weet is dat juist een belangrijk bestandsdeel. Buiten het pasteuriseren wordt de melk nog gemengd met andere melk en gehomogeniseerd. Homogeniseren is eigenlijk gewoon een apart woord voor het zeven van het vet wat in de melk zit. Dat wordt gedaan onder hoge temperatuur zodat het vet niet komt bovendrijven in je melkpak.
Het tegengeluid over bovenstaande informatie komt meestal van mensen die denken dat de bacteriën in rauwe zuivel je ziek maken. Die kans is in deze tijd minimaal, omdat de hygiëne tegenwoordig hoog ligt. Vooral als je melk drinkt van grasgevoerde koeien die geen antibiotica krijgen, maken die bacteriën geen schijn van kans.